Er zijn vier soorten bloembollen: voorjaarsbloeiend, zomerbloeiend, herfstbloeiend en voor bloei in huis. Het planten van bloembollen moet je dus plannen. Na het planten duurt het nog weken of maanden voor de bolletjes of bollen boven de grond gaan bloeien.
De meest bekende bloembollen, die al bloeien als er nog geen blaadje aan de bomen en struken te vinden is, zijn de narcis, tulp, hyacint, krokus en blauw druifje. Zij zijn de eerste tekenen dat de lente er aan komt.
Maar ook de minder bekende anemoon, keizerskroon, scilla, sierui en winteraconiet behoren tot de voorjaarsbloeiende bloembollen.
In het najaar (vanaf september tot november/december) als het weer nog zacht is en de grond nog warm, kun je deze bloembollen planten. In de border, het gazon of in bloembakken op het terras.
Dahlia, gladiool, lelie, fresia, begonia, Rhodopoxis en agapanthus. Maar weinig mensen zijn zich ervan bewust dat deze planten uit een bol komen.
Na de vorstperiode kunnen deze bollen buiten geplant worden. Wil je al eerder van bloeiende bollen kunnen genieten, dan is oppotten binnenshuis natuurlijk ook mogelijk. Vanaf half mei mogen ze dan naar buiten.